Het dagelijkse leven ’leek’ me nog niet zo geteisterd door het digitale junkfood zoals de IPod, het tablet en de TV.
Maar wanneer je de moeite neemt oud beeldmateriaal door te worstelen, wordt die suggestie al gauw onderuit geschoffeld.
Ook voor de oorlog getuigen foto’s met mensenmassa’s ervan dat er duidelijk behoefte was aan spektakels in diverse vormen. Natuurlijk was ik daar geen getuige van, maar ik ga er onmiddellijk van uit als er duizenden mensen bijeengekomen zijn om iets te zien dat de moeite waard is, dat genoeg zegt. Nog sterker, zoiets nog sterker tot de verbeelding sprak dan nu.
Want vandaag de dag moet er heel wat spectaculairs voorgeschoteld worden om de mensen op te warmen. Eerlijk gezegd zijn de middelen daartoe ook duidelijk verbeterd. Laat ik mijn vingers maar niet branden aan wat er gebeurde in het Interbellum en me bepalen tot de tijd waarin ik zelf het Charlois van toen en nu onrustig maakte en maak. Natuurlijk waren de grootste aandachtstrekkers in de jaren na de oorlog de muziekkorpsen. Je hoefde er niet heen, ze kwamen van zelf langs en voor je het beseft liep je in de maat een eindje met het korps op. De beste reclame om ook niet-muzikanten uit te dagen lid te worden van een tamboer- en pijperkorps. In de Marnixschool, die destijds nog netjes zo heette, oefende men in het gymlokaal. Naast Crescendo, de Christelijke harmonie, gebeurde dat ook wel door Excelsior (voetballen konden ze niet, maar spelen als de beste). Wij als kleine ‘apies’, wonend binnen een straal van 100 meter, klauterden omhoog tot we op het stenen smalle randje van de kleine raampjes onze toen nog kleine billetjes konden plantten. (Links de 6 raampjes op de foto links de ingang daar) Een buitengewoon lenige prestaties, zeker als je beseft dat je nu al moeite hebt je been over het zadel van je fiets te lichten. Dank u Gazelle, Sparta, Stella e.d. voor de dames- en lage instapfietsen! Zo gluurden we naar de mannen en jongelui die zich de longen uit het lijf bliezen op de trompetten en opzwepend tromgeroffel lieten opzwellen tot een uitgerekt “TRRRRRRRR..TRRRRRRROMMMTRROMTROM!!!”

Waar zo’n opleiding bij Excelsior niet toe kan leiden.
In elk geval waren de tamboer- en pijperkorpsen, showbands zo u wilt erg bepalend voor het straattoneel in de jaren vijftig en zestig en oogsten deze korpsen zelfs Internationale roem. De Jonge Garde was me ook niet geheel onbekend en zoals gezegd Crescendo ook niet al ventileerde deze harmonie zich meer op stichtelijke stukken. Van deze harmonie herinner ik met het beste Jaap Sturrus, die behalve dat hij vrolijke noten de ruimte instuurde ook wekelijks ons huisgezin van groente voorzag. Zijn dochter Tine bestierde later met haar man de groentezaak Verburg op de hoek Karel de Stoutestraat, Katendrechtse Lagedijk nadat bakker de Koning daar was gestopt met de bakkerszaak.
Goede muziek op Charlois, prijswinnaars vaak, marcherend door Charlois’ dreven, stoppend bij wat ruimere plekken. Zoals de Voornsevliet, het Nachtegaalplein om een stukje adembenemende show weg te geven. Heb vaak gedacht “Als er nou es eentje de verkeerde kant op loopt?” Onlosmakelijk verbonden met een complete show (Als dat niet zo is, moet het alsnog verplicht worden) waren de majorettes.

Buiten het randgebeuren van de mondiale E55 en de Floriade net onder de rivier door passeerde er naast het koninklijk gezin over de tunneltraverse langs de Doklaan ook wel eens een bloemencorso. Jarenlang was er op Koninginnedag het straatfeest in de Wolphaertstraat en was het Koninginnedag geburen op de ijsclub Charlois een waarlijk terugkerend genoegen. Het kon allemaal natuurlijk nog grootser en in de vaart der popscenes werden er al enige jaren openluchtpopfestivals gehouden. Bekend in het Zuiderpark is uiteraard Metropolis:
Een ander aandachtspunt in de opsomming van heugelijke vieringen was natuurlijk Charlois 550. Zoveel jaar bestond Charlois na de stichting van de niet door alle Charloissers geliefde Karel de Stoute. Dat werd uitbundig gevierd en ook op die dag was een mooie optocht te zien. Muziek en cultuur waren daarin verenigd. Een blij dorp
In een web bericht uit 2017 las ik: Wie van kunst houdt, in wat voor vorm dan ook, moet in Oud-Charlois zijn. Jazeker, op Zuid dus. Niet alleen het aanbod is veelzijdig, de kunstenaars zijn dat ook. Je kijkt je ogen uit.
Opvallend stukje hierin is: Jazeker op Zuid dus. Goed, er spreekt enige frustratie uit, maar begrijpelijk als je het zoekt in de richting dat Amsterdam in Nederland de enige stad lijkt of dat Rotterdam alleen uit noord bestaat. Behoorlijk wat kunstenaars vonden er hun domicilie en hun producten zijn her en der te bewonderen, net zoals hun ateliers.
Diverse manifestaties passeerden al de revue waarbij eenieder met warme belangstelling voor de kunst in het algemeen aan zijn trekken kon komen. En dat waren niet de laatste manifestaties, want men is geregeld actief via diverse stichtingen om de aandacht te vangen.
En dan niet in de laatste plaats de mini-manifestatie-makers, waaronder het slechts uit 6 oude mannetjes bestaand Historisch Collectief Charlois.
Misschien na deze opmerking bij de volgende bijeenkomst maar 5.
Met zeer beperkte middelen proberen we een aantal mensen een aangename middag te bezorgen. Dat doen we ook de eerste woensdag in april weer. En u begreep het al, in het eerste uur gaat dat over optochten en manifestaties.
Misschien tot dan?
Harry Wols