Heemkunde bedrijf je bijvoorbeeld met een zogenaamde heemkunde club, maar een oudheidkamer doet eigenlijk, zo niet alles ook in die richting. Stap je naar Stichting Historisch Charlois dan kun je vooral heel veel foto’s aantreffen die beeldend weergeven hoe het in de 21e, 20e en 19e eeuw eruit zag. En ook voorwerpen zien die iets vertellen over bijvoorbeeld oude beroepen, gebruiken in de keuken. Daarnaast heeft hun kwartaalblad ‘Ons Charlois’ rubrieken waarin de historie aan bod komt.
Als Historisch Collectief Charlois proberen we op eigen wijze of misschien wel ‘eigenwijze’ wijze ook uitdrukking te geven aan het begrip Heemkunde.
We hadden ooit onderaan de puntzak van de Waalhaven waar ooit de polders Robbenoort en de Plompert het landelijke karakter bepaalden een vliegveld met dezelfde naam, Waalhaven dus.
Goed.. Charlois behoorde toen al tot de gemeente Rotterdam, maar het betrof toch een stuk Charlois terrein dat ooit tussen de polder Kiesheid en Polder Charlois lag geklemd. Dat schept toch een ‘ons’ gevoel. Vraag je een Rotterdammer waar het lag, dan schat ik de kans lager in dat hij het weet dan die van de gemiddelde Charloisser.
Logisch omdat Charloissers als eersten werden geconfronteerd met de invasie van de Duitsers door het bombardement op 10 mei, voorafgaand aan het bombardement op 14 mei op Rotterdam.
Het was strategisch van belang dat de Duitsers op een breed stuk terrein konden landen, niet gehinderd door slootjes en waterboezems. Het vliegveld zelf werd maar heel kort door de vijand gebruikt.
Het feit dat dit vliegveld hierna voorgoed verdween en de reden waarom is uitermate boeiend door Frans Gordijn uit de doeken gedaan tijdens twee bijeenkomsten in de Nieuwe Nachtegaal, begin april en mei van dit jaar. Na het overlijden van zijn schoonvader, Kees van Dongen, kwam hij in het bezit van een unieke collectie foto- en geschreven materiaal. Kijkt u maar eens op zijn website: http://home.kpn.nl/frans.gordijn/vvwaalhaven_charlois.html. Frans zag onmiddellijk in dat deze verzameling een uitermate zorgvuldig behandeling verdiende en publiciteit niet tot de huiskamer beperkt diende te blijven. In de beginperiode bevroedde hij waarschijnlijk nog niet dat, buiten het up-to-date houden van de site, er nog zo veel werk uit zou voortkomen.
Wanneer je in de gips poli komt van een ziekenhuis lijkt het wel of de halve regio iets gebroken heeft. Wanneer je de belangstelling voor vliegveld Waalhaven in ogenschouw nam, lijkt de andere helft geïnteresseerd in vliegtuigen… Dit is uiteraard een ‘over-overstatement’, maar het waarom wil ik in het volgende graag duidelijk maken:
Je begint met een enige verhaaltjes in een historisch blad, je maakt een duidelijke website aan et voilà.. er begint iets te bloeien. Vervolgens verzamel je zorgvuldig e-mailadressen van mensen die blijkbaar het toch wel leuk vinden iets van het verleden te weten en plaats die in een groepslijst. Wanneer er iets wordt georganiseerd, schrijf je al deze mensen aan en merk je dat de adreslijst groeit. Ook de publiciteit wordt niet geschuwd en facebook spreidt het nieuws.
Bert Euser verzocht enige tijd terug, mede gezien zijn vele werk om mede het boek ‘De Vergelding’ te realiseren, of het Historisch Collectief Charlois ook materiaal aan kon dragen voor een expositie over vliegveld Waalhaven. Dat lag tenslotte tussen Rhoon en Charlois.
En dat kon het collectief… Meer dan 600 uren werden door Frans Gordijn en eveneens Cor Oosthoek (met ook een respectabel aantal manuren) besteed om gedurende enige weken lang een geweldige tentoonstelling te verwezenlijken in de klokkentoren van kasteel Rhoon. (De laatste berichten zijn dat vrouw Gordijn en Oosthoek hun hand over het hart hebben gestreken en toch maar hebben besloten bij hun echtgenoten blijven….. )
De beloning was groot, want 685 bezoekers bestegen de trappen van kasteel Rhoon om te genieten van zeer exclusieve foto’s van het vliegveld Waalhaven en de fabriek van Koolhoven, bouwer van diverse vliegtuigen. Kortom het verdwenen vliegveld Waalhaven bleek de belangstelling van velen gewekt te hebben. De website van Frans Gordijn, inmiddels: Totaal aantal bezoekers : 9.484. Totaal aantal views : 17.527 voorziet kennelijk in een behoefte. Dus heemkunde is niet dood, al lijkt het zich toe te spitsen op wat er expliciet geboden wordt. Maar toch ook andere onderwerpen die we op de 1e woensdagmiddag lieten zien, kregen warme belangstelling. Heemkunde, kunnen we daardoor stellen, voorziet in een behoefte.
Gelukkig belandde er bij het bestijgen en afdalen van de trappen naar de klokkentoren in het kasteel niemand in de gips poli. Met bitterballen en een drankje had het restaurant in kasteel Rhoon nog een leuk omzetje kunnen realiseren.
Zelf stap ik nog altijd met frisse tegenzin in een vliegtuig, al erken ik grif wanneer je er gezond en snel weer uitstapt in een plaats, die je met de fiets nimmer zal bereiken, dat het toch geweldig was.
Een vlucht naar Zuid-Afrika een aantal jaren geleden van 10 uur tussen Amsterdam en Johannesburg was onontbeerlijk om de pracht van mijn grote liefde, dieren in de natuur, in werkelijkheid te zien. Daar had ik dan ook alle benauwdheid naast een omvangrijke dame op de hoekstoel, die me de weg naar het dichtstbijzijnde toilet belemmerde, voor over gehad. In mijn zakelijke leven peddelde ik vaak tussen Amsterdam en London en het aantrekkelijk daarvan dat de vliegtijd telkens slechts rond een dik uur schommelde. Calgary was twee maal een zenuwslopende ‘must’ vanwege familiebezoek en enige vakantietrips van 3 tot 4 uur waren vanwege het einddoel dan emotioneel nog te doorstaan.
Het vliegveld Waalhaven heb ik nimmer gekend omdat in 1946, mijn geboortejaar, het uiteraard al gebombardeerd was. Als kind van Charlois ben je echter altijd wel verweven met de Waalhaven, maar zo in de kinderjaren had ik van het vliegveld nog nooit gehoord. Toen ooit Peugeot-dealer van Gorp van Zuid verhuisde naar het nieuw aan te leggen industrieterrein onder de puntzak van de Waalhaven werkte de vader van mijn kameraadje daar. Deels lag het terrein in de vijftiger jaren daar nog braak en soms trokken we met nog meer kameraden naar het grasachtige terrein en groeven daar een hut. Ooit zijn we er ook eens smadelijk afgedropen, toen een zwerm jongeren uit de Wielewaal hun territorium opeisten. Dat ging af en toe zo. Dat oorlogen gevolgd worden door Vrede blijkt dikwijls in de praktijk, maar blijft vaak ook beperkt tot theorie.
Geen idee dus, dat er het oude vliegveld ooit lag en …. misschien nog wel restanten munitie die zouden kunnen ontploffen, zoals later in mijn schooltijd ook gebeurde na de vondst van een projectiel in een van de singels op Zuid.
De Waalhaven, daar schooierde menige Charloisse knaap… vreemd genoeg (of juist niet), zag je er zelden een meisje spelen. Op saaie zondagmiddagen gebeurde het af en toe dat ik met een vriend de Zuidhoek, Schulpweg, Korperweg, de lange Waalhaven Zuidzijde, de Waalhavenweg afkuierde naar het tuindorp Heijplaat. Daar woonde een van mijn oudste nichten van moederskant, die kinderloos was en zich altijd bijzonder hartelijk gedroeg jegens haar zeker 35 jaar jongere neefje. Buiten de snoepjes en een koppie thee, stond er een verleidelijke sjoelbak. Tel daarbij op dat haar man kapitein was op een van Dockyard sleepboten en onze zondagmiddag was rijkelijk gevuld.
Langs de route waren diverse bushaltes om op de bus naar Pernis of Heijplaat te stappen. Deze abri’s vormden natuurlijk een prima schuilplaats tegen onverwachte buien, maar openbaarden nog een ander aspect. Kennelijk door het snel aankomen van een bus, werden sommige mensen blijkbaar gehaast en nerveus. Keek je goed bij de opstapplaats op de grond dan vond je nogal eens een kwartje of een dubbeltje. Dat was ‘Bingo!” En.. het was raadzaam de weggegooide sigarettenpakjes Roxy of Lucky Strike of Norton te checken…. Ook toen was een afvalbak blijkbaar te veel moeite. Weggedrukt in een hoekje onder het zilverpapier gebeurde het nogal eens dat er nog een sigaret tegen de zijkant gedrukt zat.
Wat in elk geval in je geheugen gegrift staat, is het beeld van de Waalhaven zelf. Heel veel rijnaken, zij aan zij. Bedrijvigheid alom, lossen van schepen, klein en groot. En nu… nu lijkt het een stilleven. Water lokt en zeker hen die er om heen wonen. Je grotere broer zwom er al en dan blijf je niet achter. Met je twaalfde had je diploma A minimaal al via de Lagere School gehaald. Het stelde nog niets voor, maar je bleef tenminste drijven. Al herinner ik me nog wel dat af en toe er ook iemand verdronk. Ook werd ooit uit de Waalhaven iets opgevist dat te maken bleek te hebben met de dubbele moord op Brekelsveld. Toch een detail dat je weer terugbrengt naar dat vreselijke nieuws in die tijd. De Waalhaven, die naar olie rook en waar de veelkleurige, veel lichter dan water, drijvende laag ook duidelijk maakte dat het er werkelijk dreef. Het water waar ik ooit met een buurman uit Hoogvliet een dikke groene paling, dikker dan mijn pols, ving vanaf een aak.
De alternatieve route langs het water die ik bij tijd en wijle nam, fietsend vanaf mijn werk aan de Westblaak, richting Hoogvliet. De paar houten keten met winkelwaar voor de schippers, maar die het waarschijnlijk vandaag de dag moeten hebben van het kantoorpersoneel en de scholieren die werkzaam zijn in de industrie gevestigd op het ‘oude’ vliegveld. Straatnamen van mensen die naam maakten in de vliegerij. Parmentier, Plesman, Geysendorffer. Ook Koolhoven kreeg zijn straat, maar niet op de plek waar hij bekend werd. Toen Charlois in 1895 met Katendrecht werd geannexeerd door Rotterdam had dat natuurlijk een reden. Een reden die je vanzelf met het oog op de uitbreidende havenindustrie, met daarnaast de groeiende transportindustrie, zelf had kunnen bedenken. Vreemd genoeg, maar ook verduidelijkt in de lezingen in de Nieuwe Nagtegaal door Frans Gordijn, was de vliegindustrie, slechts van korte duur. Nog vreemder voorde inmiddels opgegroeide Charloissers van na de oorlog dat de roem van de Waalhaven, grootst gegraven haven ter wereld, grootste havenstad van de wereld, al weer achterhaald is. Een klein slagroompuntje is zelfs al dichtgegooid en de dreiging was reëel dat de hele Waalhaven dat zelfde lot zou ondergaan. Maar wie de toekomstplannen leest, ziet dan weer een uitdagende ontwikkeling. Citaat van ‘The Port of Rotterdam’: De Waalhaven wordt her ontwikkeld tot hét maritiem, industrieel en logistiek servicecluster van Rotterdam. Door zijn ligging in het hart van de business, dichtbij klanten, leveranciers en personeel, vormt hij de ideale vestigingslocatie voor logistieke, industriële, maritieme en zakelijke dienstverleners én de lichte en maritieme industrie. De multimodale bereikbaarheid, uitstekende voorzieningen en representatieve uitstraling zijn slechts enkele redenen waarom tal van kleine en middelgrote bedrijven, maar ook ‘internationals’ zich in de Waalhaven gevestigd hebben. Dit unieke gebied is dé werkgelegenheidsmotor en ‘smeerolie’ van de Rotterdamse haven.
Er worden rondleidingen in de haven gegeven door mensen die er echt wat over te vertellen hebben met het doel mensen die een uitdaging willen in de richting van een vak in diezelfde haven te sturen.
Dat nieuwe gegeven houd je als Oud Charloisser trots, maar de schommelende beweging van de vlonders in de Waalhaven, het klotsende water, de stoomstoten van grotere schepen, de misthoorns bij ‘foggy’ weer, het blaasensemble van schepen om vijf voor twaalf met oudjaar raken, zolang ik de geest blijf houden, nooit vergeten. Je weet dat de tijd voortschrijdt en boterhammen van beleg moeten worden voorzien. Het oude blijf ik koesteren. Al was ik niet bewust aanwezig tijdens vliegveld Waalhaven, de kostbare beelden, films en foto’s, maar ook de schaarse foto’s van de polders Robbenoort en Plompert illustreren dat stukje gedachtegoed genaamd ‘nostalgie’.
Gezien de trouwe bezoeken van belangstellenden aan onze HCC presentaties in de Nieuwe Nagtegaal, het regelmatige bezoek aan de oudheidkamer in de oude Charloissche apotheek van SHC is het verleden, de nostalgie nog lang niet dood. Houen zo!
HW