
Dus ik mag stellen dat ik de (Nieuwe) Nachtegaal al mijn hele leven ken. En nog van dichtbij ook. Eind vijftiger en begin zestiger jaren had ik het genoegen de ULO van Smallegange te doorlopen. Aangezien de eerste paal van het bejaardentehuis in 1957 werd geslagen en het geopend werd in 1959 zou men kunnen verwachten dat ik daar in geuren en kleuren over zou kunnen verhalen. Helaas vond ik in die jaren, de overburen, de be’vrouwing’ van huishoudschool De Wiekslag een stuk interessanter.

Wanhopig probeer ik me te herinneren hoe nu die hoek tussen de Talingstraat, Boergoensevliet, Nachtegaalplein en Dorpsweg en Kromme Zandweg voor de bebouwing eruitzag voor e.g. 1956. Tja, groen, maar ik kan het me absoluut niet voor de geest halen. Op het oude kaartje staat zelfs een water dat de Boergoensevliet kruist. Laten we zeggen langs de huidige Arendsweg en de van Blommesteijnweg loopt. Een verlengde van de aloude Kievitswetering die onder Carnisse liep? In elk geval verhuisde mijn bewaarschoolvriendje Leo van Gelder naar de Dorpsweg in 1952, het deel dat nieuw was tussen Fuutstraat en Albatroslaan.
Dus werd het landelijk ogende deel tussen Arendsweg, Nachtegaal plein en Fuutstraat allengs een woonwijk waar we wel doorheen slenterden. Ooit, vele jaren later vertelde notaris A. Jungerius van de Boergoensevliet mij tijdens een interview voor het blad ‘Ons Charlois’ dat daar Koninginnedagen gevierd werden. Natuurlijk die van Wilhelmina. En ook dat daar toen al vuurwerk was. Een zekerheid voor mij is dat ooit T.O.G.R. op de hoek Boergoensevliet en Kromme zandweg een voetbalveld bespeelde, voordat de club naar de Schulpweg verhuisde.

In latere jaren toen mijn ooms de ouderen van toen waren geworden, ging mijn jongste oom, maar ook natuurlijk ouder, wel eens in de Nachtegaal eten. Dat werd later de Dorpsweg bij het St. Michaelflat.
Het is vreemd dat het hele wijkje rond de Mezenhof nog in je eigen levenstijd afgebroken is en wederom opgebouwd tot een alleszins aardige buurt. De ‘oude’ nachtegaal hield als bejaardencentrum op te bestaan, maar doorstond wel de afbraak. De naam ‘Nieuwe Nachtegaal’ is best grappig, want de Nieuwe Nachtegaal is dus in zekere zin ouder dan de oorspronkelijke Nachtegaal is geworden.
Zestig jaar. Op zich nou niet zo geweldig lang, maar wel een periode waarin dus ontzettend veel kan veranderen! In mijn tijd dus, vanaf 1946 is er veel veranderd en net zoals overal dus ook absoluut op Charlois.
Zelfs de bejaardenzorg. Eerst heb je de zuigelingenzorg, dan de moederzorg, gekoppeld aan die van vader uiteraard, dan die vaak zo zware puberzorg, dan enige zorgeloze jaren voor de huwelijkse zorg in het geval er een partner wordt gevonden, maar daar kan weer gedeelde zorg ontstaan die uitloopt in de ouderlijke zorg en dan de ’midlife’ zorg om uiteindelijk te komen bij de zorg die we eigenlijk niet willen, maar waar we soms noodgedwongen ons aan moeten overleveren, de bejaardenzorg.
Natuurlijk ontbreken aan deze opsomming allerlei andere alternatieven, andere ervaringen, maar het is maar een mogelijke beschrijving hoe het leven zich kan ontwikkelen. Zorgen om ziekten, geldzorgen ze kunnen er naadloos tussen vallen.
Die bejaardenzorg wordt toch hoe langer je leeft wel of niet een reëel iets dat je als het enigszins kan, wilt omzeilen. Maar soms is het bittere noodzaak en als het dan zo is… dan maar zo aangenaam mogelijk. Gezondheid is daarbij essentieel.
Hoe het voor de oorlog was… ik weet het niet. Ervaren doe je nu eenmaal in je eigen leven. Van de vier grootouders heb ik er maar eentje gekend. Opa van vaders kant. 86 werd hij. Ouder dan een van zijn 10 kinderen ooit is geworden. Onafscheidelijk van zijn sigaar met een diepgewortelde Bijbelkennis. Jehova’s getuigen hadden zelfs respect voor die kennis, want ompraten liet hij zich niet. Boerenknecht, fabrieksarbeider, veldarbeider waren zijn werkzaamheden, maar ik heb altijd vermoed dat hij in een andere tijd met zijn kennis heel andere ambities had kunnen waarmaken. Waarschijnlijk had hij nooit de gelegenheid gekregen van zijn vader. En eerlijk gezegd werd die gelegenheid ook niet geboden aan 9 van de 10 koters. Alleen de laatste mocht doorleren. Dit afremmen zal ongetwijfeld noodgedwongen zijn geweest om het gezin door moeilijke tijden heen te slepen. De industrialisatie bracht uiteindelijk opluchting. In elk geval bracht opa me in ‘mijn’ eerste bejaardenhuis. Een kwaal en

Vermoedelijk begreep men in die jaren dat er zeker elementen genoeg waren om verbeterd te worden. Zo drentelden we door het leven naar de volgende ervaring. De opa van mijn echtgenote overleed dankbaar in Sonneburgh1 aan de Groene Kruisweg. Dankbaar voor de verzorging van zijn 94-jarige leven. Ook de gang naar Sonneburgh2 aan de Ravenswaard werd voor een lange periode een repeterend ceremonieel. Van wekelijks tot uiteindelijk een bijna dagelijkse reis vanwege de achteruitlopende gezondheid van schoonmoeders. Maar zij heeft wel jarenlang mogen genieten van het wel en wee daar en eerlijk gezegd, begreep ik dat best. Ze had er een taak die ze tot haar 91e heeft kunnen uitvoeren en helaas moest ze alsnog vanwege intensieve zorg naar de twee bruggen, vervolgens de hospice in Barendrecht en uiteindelijk naar de Elf ranken omdat het verblijf in het hospice, 6 weken, was overschreden. Dat duurde nog maar 1 week en dat laatste traject wekt dan toch weer allerlei kwaaie gedachten op. Er is veel bereikt in de bejaardenzorg, maar er is geen koe zo bont ...
Waar een 60-jarig bestaan niet toe kan leiden. Ik heb geen mensen gekend die in de Nachtegaal in de bejaardenzorg hebben gezeten.
Wel in het archief van Stichting Historisch Charlois de vele foto’s gezien van honderdjarigen die door de toenmalige deelraad in de bloemetjes werden gezet. En ze lachten allemaal… dus het zal best goed geweest zijn.
Mede min of meer verplicht voelend aan mijn jaren ben ik al enige tijd lid van omroep Max. De jonge honden periode ligt achter me en deze grijze kater spint bij de overdadige aandacht van deze omroep voor de oudere mens.
Daar volg ik de uitzendingen van ‘Max maakt mogelijk’ en zie in welke schrikbarende omstandigheden ouderen met name in veel Balkanstaten en de voormalige USSR leven.
Het is appels met peren vergelijken en ik betrap me erop dat ik voornamelijk woest ben op de politiek in dergelijke staten die kennelijk totaal andere belangen hebben dan hun eigen bevolking en ik wens die mensen allemaal toe dat ze ooit in de fase van mijn opa komen om uiteindelijk net als mijn schoonmoeder ooit dankbaar te mogen worden wat beleid ook kan brengen.
Ooit was de Nachtegaal ook een zorgcentrum voor bejaarden en nu is het uitgegroeid tot een heel andere zorgsector die tevens de mogelijkheid biedt op diverse fronten ergens in te participeren ongeacht leeftijd. Een fijne feestdag toegewenst! Voor wie dit leest, deze aanrader: Reserveer eens in tante Sjaar, lekker joh! Ja toch! En volgens mij kan je er ook seniorenporties bestellen…