
Meest voorkomende oorzaak? De huidige tijd en wat erna komt, gaat veel te snel voor de traag afnemende waarnemingsgeest! Wat echter geweest is kun je rustig op je gemak en zonder druk oproepen, tenminste als de geestelijke gezondheid, niet iedereen gegeven, je is gegund. Nog aangenamer, je kunt het delen met vele anderen.
Het heeft niet met conservatisme te maken, want ook de zegeningen van de moderne ontwikkelingen betreffende communicatie, medische resultaten en goede levensomstandigheden zijn mij niet vreemd en koester ik. Het gaat niet zo zeer om de ‘goede’ oude tijd, maar om de mogelijkheid met genoegen of soms met gemengde gevoelens terug te blikken op wat ooit was en wat je gemeen had met je tijdgenoten.
Bijvoorbeeld, laten we maar eens een blik wagen aan een foto van de oude Kulkhuisjes langs de Voornsevliet of de Laantjes bij de Katendrechtse Lagedijk. Ongetwijfeld hebben veel gezinnen er met net zoveel plezier gewoond als de huidige generatie in hun woningen van nu. Ze genoten misschien van een fijne saamhorigheid. Toch vermoed ik dat velen niet zitten te wachten om momenteel ook in zo’n woning te moeten verblijven met de standaard woningpunten van tegenwoordig.Of een andere gedachte… hoewel er vandaag de dag wel tientallen, misschien wel honderdtallen soorten koffie zijn, zal menigeen met een glimlach terugdenken aan de Gruyters Roodmerk, Goudmerk etc., koffie.
In onze eeuw proberen we af te rekenen met de sigaret, liefst definitief. Toch sommen we, al pratend over de tijd van toen, gemakkelijk de vele, vele merken op die er in omloop waren. Triumph, Roxy, Lexington, Three castles, Chief Whip (op ieders lip), Pall Mall, Chesterfield, Miss Virginia, Navy Cut en ga zo maar door. We zochten ze op straat op, alle lege pakjes. Stonden er niet bij stil dat er wellicht straatvuil op zat. In de toenmalige matenclub scheurden we de voorkanten doormidden zodat er twee passende helften ontstonden en hadden we een flinke stapel verschillende ‘kaartjes’, dan schudden we ze goed door elkaar. Ieder speelde voor zich met zijn eigen verworven ‘kaartjes’. Vervolgens hield je ze omgekeerd met de niet plaatjeskant in de hand en draaide ze, als je aan de beurt was, een voor een om. Legde je eenzelfde afbeelding op het plaatje dat op dat moment in het midden ligt, dan was de stapel eronder voor jou. Tot de andere spelers leeg gespeeld waren. Simpel toch? Klein detail. Moest altijd een als een bepaalde tante op visite kwam een pakje Chief Whip bij Adri de Waal, Calshoven of de Reus halen. Toevallig heette die tante Rookje… en geloof me dat deed ze intensief.
Deze keer gaat Hans Grootenhuijs op de 1e woensdag van februari foto’s vertonen van A. Langerak. En al ken ik de man niet, ik leef bewust, want onderdeel van nostalgie is ‘mensen van vroeger kennen’. De naam Langerak kende ik nog van de foto’s van een bakker met een kerrie van bakker Bijl in de Slotboomstraat.
Met dien verstande dat deze Teun Langerak volgens een onderschrift heette.

Zo rol je dus vanzelf naar het staattoneel van die dagen en rollen tranen van weemoed mee wanneer je bedenkt dat de straten zo veel ruimte nog boden om ouderwetse straatspellen te spelen. Er is op de foto wel een auto te zien, maar die vormden nog niet op een meter van elkaar straatlange geparkeerde automobielen.
Nu heb ik het gevoel dat er toen meer bakkerkerries, melkwagens, groentekarren en paardenwagens dan luxe wagens waren. Zeker overdag. Neem de bakkerskarren eens in ogenschouw… je had Timmers, Koorneef, Meer & Schoep, Zaanen, Bijl, Tukker, Maaskant, Heerbaart, van Gelder, Klein, de Koning, Lakeman, van de Meer, Ruizeveld en dan daarnaast nog meer bakkers die hun brood niet uitventten met de kerrie. Zo waren er natuurlijk naast groenteboeren, melkboeren, bloemenboeren en nog meer beroepen die hun waar tot bij de deur aanprezen. Mijn ome Jan uit Oud Beijerland sleet zijn directoires en dat soort appetijtelijke kleding ook bij zijn Charloisse schoonfamilie. Dat leverde vaak een trippie op de treeplank van zijn automobiel model bestelwagen op van nummer 81 naar nummer 91. Van de ene schoonzus naar de andere. Ook herinner ik me een kerel, een man, met een grote koffer waarin allerlei materiaal dat ik zo direct niet meer kan benoemen, behalve dan dat er veters, schoenpoetsdoosjes en borstels onderdeel uitmaakten van zijn collectie. De schillenboer was vaste afnemer en die zou vandaag de dag niet misstaan als ecologische weldoener in plaats van aanlevering van gescheiden afval waarmee toch gesjoemeld wordt. Kortom een totaal ander straatbeeld sierde nog ’ons dorp’. Paardenvijgen toen waren normaal en algemeen geaccepteerd. Werd het niet opgeveegd dan zorgden de s…vlieg of andere smulpapen er wel voor dat het ooit verdween. Tegenwoordig moet je niet verbaasd zijn als de ruiterij het fietspad niet extra gladmaakt. Het gaat ook te ver om paarden DNA af te nemen om achter de identiteit van de ruiter te komen. De ‘meestal’ dames op de rug van het paard groet ik ook meestal heel beleefd wanneer ik de keel schrapend van achteren kom om met de fiets te passeren. Bellen durf ik niet want het edele dier is mij iets te groot om onrustig te maken.
Graag houd ik die oude straatbeelden vast en is het nog steeds genieten op de Schulpweg die weinig of geen last ondervindt van snelverkeer. Daar ademt Charlois nog iets uit van de oude geest, al moest je er destijds ook niet voor de rust komen als ZWSH of TOGR er speelden. Nog steeds is het amper te geloven dat ik als dreumes nog door de polder liep waar later de wijken Zuidwijk en Pendrecht verrezen. De lange Kromme Zandweg uitliepen tot aan de Dordtsestraatweg of idem dito de Korperweg of deze twee wegen doorsneden over de oude Dorpsweg en mijn vader en ik die landelijke Charloisse Lagedijk bereikten. Natuurlijk details vervagen, bepaalde beelden blijven hangen. Voetbalvelden langs de Kromme Zandweg, een wielerbaan rond een voetbalveld. De boerderij van Van der Vorm langs de oude Dorpsweg voor wie mijn ome Dirk de melk aan de deuren van klanten in Charlois bracht en moeiteloos uit zijn hoofd de bedragjes optelde om mondeling het totaalsaldo aan het cliënteel te citeren.
Op de fiets was het helemaal heerlijk om via Smitshoek richting Barendrecht te rijden. Een en al dijk en weiland. En alles werd beetje bij beetje door rijen huizen opgeslokt. Allemaal bijna gelijk aan elkaar, zeker als ze in een bepaalde straat stonden. Maar liep je nu in die voorbije jaren door de redelijk lange Zuidhoek dan kwam je een variëteit tegen van bouwsels. Geweldig! Nog is die variatie er wel, zij het wat beperkter. Maar laag en hoog, los en kleine rijtjes, je vond het er allemaal. De mensen hadden in die tijd nog allemaal een kolenkachel, wie heeft die nu nog? De laatste trof ik tijdens een interview nog eens aan in de Grondherendijk en die brandde niet eens terwijl het buiten guur en koud was. Vast pandoer was dan ook regelmatig een zakje cokes, eierkolen of antraciet te halen. Dat moest ik als kind dan weer bij de een en dan weer bij de ander doen. Vraag me niet waarom! Dan sjokte ik naar de Zuidhoek naar Groenendijk, maar later steeds meer naar van de Waal. Was veel dichterbij. De straat uit rechtsaf vlak voor de Boergoensestraat links in de Frans Bekkerstraat. Tegenover kapper Driesch. Daar zat toen een uiterst vriendelijk roodharige dame. Wist ik toen veel dat ik deze hartelijke dame later als collega bij Stichting Historisch Charlois zou ontmoeten. Helaas is ze al even niet meer onder ons. Toch gebeurt dat wel vaker. Dat het verleden je achterhaalt dankzij de progressie in de moderne communicatie. Zo was ik al net kleuter-af zijnde een klantje bij Adri de Waal, de boekhandel en sigarenmagazijn. Adri verhuurde ook boeken en het eerste boek dat ik er huurde was de tovenaar van Oz. Daar bleef ik huren tot ik huwde en uit Charlois verdween. In die tijd stonden er in de begintijd twee dames achter de uitleenbalie; Sjaan Ketting en Joanna Sjabbens.