de komende maart-diapresentatie gegeven aan de collectie
beelden die hij de trouwe bezoekers en liefst ook nieuwe
bezoekers wil voortoveren.
En wie kan er nu beter over de haven ‘lullen’ dan onze Cor
Oosthoek, die zich daar jaren het ‘schompes’ heeft gewerkt en
vele dagen op zijn ‘klauwen’ heeft gestaan tussen de ‘dooie
varkens’ en andere ‘pleuruszooi’.
Zo dat is er uit. Uit de havenvocabulaire. Niet netjes? Nee, maar
’t lucht wel op. Maar wat kan je anders verwachten van zo’n
‘boerenzijer’ van onder de Waalhaven, dus ook Rotjeknor. Wel de
betere kant van de Maas, dat dan weer wel. Bekakt ‘praeten’ dat
doen ze wel in ’t Haagje.
Even een kleine curriculum vitae van de man die het voorjaar
gaat opluisteren met zijn lofzang over enkele Rotterdamse
wateren en wat daartussen interessant kan zijn. Die de
toekomstige toehoorders ongetwijfeld zal uitleggen wat nu echt
die genoemde ‘dooie varkens’ zijn. Weet hij dat niet uit te leggen
dan zullen ter plekke al zijn toegekende lauweren en versierselen
worden ontnomen.
Welnu, als pril 16-jarige ving hij zijn arbeidzame leven aan als
documentenjongen bij het vriespand van Pakhoed bij de eerste
Katendrechtse haven.
Maashavenzijde helemaal naar het eind van de pier. Met zijn
ogen dicht uiteraard, want al dat ‘Rosse’ in de onmiddellijke
nabijheid deed pijn aan zijn twinkelende jongensoogjes. In zijn
hoedanigheid van beginnende ‘havenbaron’ moest hij ook vaak
met het pontje met de fiets naar het hoofdkantoor bij de St Jobs
haven of naar het belastingkantoor aan de ‘Plukjekaalstraat’.
Cor deelde me tevens mede in zijn bewoordingen, dus gelardeerd
met havenuitdrukkingen, dat hij later in vaste dienst kwam bij de
CSSM ( Cornelis Swarttouw Stuwadoors Maatschappij). Dat had
tot gevolg dat hij als ‘Kras’ ( zo heet een ploegbaas in de haven )
en als assistent Botenbaas weer in de Maashaven op stroom’
kwam. Niet te verwarren met op ‘stoom’, want dat komt-ie
vanzelf als hij begint uit te wijden over zijn havenjaren. Later ging
het bedrijf samen met een andere bedrijf en had ook een afdeling
op Katendrecht. Cor beloofde mij daar een paar sappige
anekdotes over te gaan vertellen in de presentatie.
60ste levensjaar in de havens, waarvan hij de laatste 25 jaar als
instructeur, praktijkleermeester/ begeleider genoemd, sleet. Met
natuurlijke prachtige uitzichten op Rotterdam Noordzijde. (zie
foto met het zicht op de Veerhaven). Stil (niet zijn bakkes hoor!)
wordt gestaan bij de Maashaven, die bekend stond om de kolen,
bananen- en graanlossing. Wat is daar heden ten dage van over?
En wat van de Rijnhaven? Jawel, er zijn zeker voor beide havens
weer de nodige plannen in ontwikkeling. Verder zal natuurlijk, het
door het graven van de havens ontstane schiereiland
Katendrecht de nodige aandacht krijgen. Samengevat noemt Cor
het: Van yuppen gemeenschap (Destijds vanwege de gevestigde
rijke buitenhuizen van Rotterdamse welgestelden) naar het
afvoerputje van Rotterdam met pooiers, dames van plezier en
nette burgers en soms minder nette enz. tot … de grondige
renovatie van nu om … uiteindelijk weer een nieuwe ‘yuppen’
buurt te worden!
Maar gezien alle Rotterdamse plannen die nog niet uitgewerkt
zijn en de berichtgeving van de laatste tijd in de kranten valt er
nog een en ander te verwachten. Met deze BLOG breid ik de titel
enigszins uit met ‘rond’ en tussen Rijn- en Maashaven. Een
dichterlijke vrijheid.
Ooit was Charlois natuurlijk enige malen samen een aparte
gemeente met een eigen burgervader. De sfeer was toen bepaald
landelijk met aan de havenkant van de Kaap een zeer belangrijke
handelsroute toen een brug en tunnel nog ontbeerd werd. Vanuit
Katendrecht voer men met het veer over naar het noorden.
Napoleon heeft daar waarschijnlijk ook wel een handje in gehad.
Voor mij is het lange tijd onbekend gebied geweest. Er hing toch
ongewild, ondanks de brave burgers die er woonden, een waas
van ‘een stukje onderwereld’ omheen. Zoveel als we in het
Waalhavengebied doolden en langs het park aan de noordzijde of
over de Maashaven, Brielselaan schooierden, het ‘bekende’
schiereiland werd vermeden. Bij mijn weten is de eerste keer
voor ondergetekende geweest, toen een kameraad, wiens vader
hoofdagent was helemaal op de punt van de Kaap, met de auto
van zijn vader mocht rijden. Gedreven door nieuwsgierigheid
waagden we ons met nog een paar maten op roze terrein. De
knapste onder ons werd zelfs aangesproken door zichtbaar een
dametje van lichte zeden, maar overigens heel vriendelijk. Zelf
zat ik diep weggezakt op de autobank uit vrees voor een
confrontatie. Pas op de Maashaven ontspande ik enigszins. Het
was de eerste stap in een wereld waarin alles mogelijk was, waar
men vandaag de dag op stukken jongere leeftijd allang van
bewust is. Boekjes met ondeugende plaatjes waren er zeker ook
wel, maar hadden in de kiosken en op de markt een papieren
band rond geprononceerde delen. Aan de Wolphaertsbocht werd
je als je niet voor Akim, Tarzan of Classics kwam, weggestuurd.
Nou, nou, ik dwaal af.
Eigenlijk heel veel later kwam ik pas weer op de brede pier op
bezoek bij het verzetsmuseum dat nu bij de Coolhaven resisteert.
Toen dat van Katendrecht verdween waren er al vele
veranderingen op gang gekomen. Door de komst van het S.S.
Rotterdam en de verbinding van de Wilhelmina pier door de
‘hoerenloper’ werd Katendrecht ‘in’ op een heel andere wijze dan
voorheen. Mijn zeventigste verjaardag in 2016 vierden we met
enige buren en een medeleeftijdgenoot in dat gebied. Eerste via
de Leuvehaven met een watertaxi naar de buik van het S.S.
Rotterdam. Daar doorheen gekomen naar de Fenix Food Factory
en wat daar omheen te zien was.
restaurant van theater Lantaren/ Het Venster om de dag met een
diner in Ketelbinkie te besluiten.
Daarna heb ik met vrouwlief in 2019 en 2020 nog twee keer van
een arrangement op het S.S. Rotterdam genoten, diner met
overnachting. Waanzinnig lekker en goed. (Zo en nu maar hopen
dat Westcord hotels een flinke duit in de pot van HCC stort voor
de gratis promotie!)
Al met al, ben ik 'om' wat betreft de herbeleving van Katendrecht
e.o.
Met spijt in het hart moet ik ook concluderen dat ik ondanks de
lovende jubelkoren over het Chinese eten op Katendrecht en als
liefhebber van culinaire geneugten me nog nimmer de moeite
heb getroost me achter de kikkerbillen of Dim Sum hapjes te
plaatsen van de Chinezen die al zo lang Katendrecht verrijken
met hun oriëntaalse kookkunsten.
Wel rond Maashaven en Rijnhaven kun je uiteraard niet om de
‘mart’ heen. Het woord mart is een verbastering van markt. Het
kan ook Rotterdamser : “Ik gaat naar de mart”. Het is niet
speciaal Rotterdams, want vroeger was het een algemeen
gangbaar woord voor wat we nu markt noemen. Over het
‘gansche land’, zal ik maar zeggen. Enfin we zitten niet op een
Nederlandse taalles te wachten en bepalen ons tot de markt die
zich uitstrekte vanaf nu het metrostation Maashaven tot aan
station Rijnhaven. Niet dat wij als gezin de boel er plat liepen,
maar we waren gezegend met een neef van moederskant die
heel vaak op zaterdag met een plantje even aanwipte.

net als bij de kiosken was er wel een kraam met boekjes met
schaars geklede dames ook net als bij de kiosk nog netjes
voorzien van een papieren band. Verder allerlei kledij van fijne
lingerie tot hobbezakken van jurken. Maar het meest
aanlokkelijke vond ik toch wel de geur van versgebakken
speciaaltjes. Daar was bijna geen weerstand aan te bieden,
temeer daar ze destijds wel groter leken dan tegenwoordig. Maar
ja dat kan komen omdat ik zelf toen nog kleiner was.
Langs de Maashaven OZ zijn de huizen inmiddels door modernere
bouw vervangen. Cor Kloens, onze buurman in Charlois, had daar
ooit in het oude deel een winkel als fotograaf. Menig bruidje heeft
hij daar vastgelegd en als ik mijn zuster mag geloven, en waarom
ook niet… was mijnheer Kloens de eerste en enige autobezitter in
onze straat net na de oorlog. Toen was er absoluut nog geen
parkeerprobleem en konden kinderen nog ongehinderd hoepelen
en tollen op de middenstraat. Ten hoogste konden ze plotseling
tegenover het paard van de schillenboer, de melkboer of de
bakker staan. En die was hoog hoor! Aan diezelfde Maashaven
hebben we als a.s. bruidspaar nog vloerbedekking gekocht voor
onze eerste woning onder de huurwaarde. Langpolig en
uitermate geschikt om liggend voor de gashaard in een diepe
slaap weg te zakken. Man o man, dat doe je toch niet voor de
radiatoren van nu? Die zaak was van Aad van der Laan, de
tapijtenkoning, ooit keeper bij Zwart-Wit ’28 en later naar
Feyenoord gegaan. Hij bekleedde daar veel bestuursfuncties. In
het Nederlandse zaterdagelftal keepte hij vele malen, maar bij
Feyenoord groeide hij groot als bestuurder en werd hij zelfs
geridderd. Mijn jongste bezoek in de buurt van de Rijnhaven
betrof de Hillelaan 19, waar je voor een alleszins billijke prijs
Ghanees kunt eten. Bij mama Essi. Aan de overkant, en verdraaid
dat ik niet meer weet, op welke plek precies omdat het er niet
meer is, was een grote bruine kroeg met een biljart, zoals zoveel
bruine kroegen. Daar dreigden mijn schoolkameraad, mijn
zwager en ik in de schaarse momenten die we ons gunden om
het strakke groene laken aan eventuele ‘doorstoten’ bloot te
stellen. Al de brave lessen die ik vooraf genoten had in ‘good old’
café Karel de Stoute ten spijt bleef mijn moyenne dichter bij de 0
dan de 5. Even terug naar de waterkant van de Maashaven. Een
grote leegte waar eens vele rijnaken gemeerd lagen en natuurlijk
sinds het jaar 1969 ook de Zwarte Zwaan. Grappig genoeg
bestond er volgens een AD krantenartikel uit februari 2018 ook
een Witte Zwaan in de Leuvehaven. Volgens een reactie in
hetzelfde blad bleek de Zwarte Zwaan uitkomst te bieden aan de
binnenvaartschippers wat betreft items die men aan boord
ontbeerden, zoals bijvoorbeeld een wasserette, een bar en ook
een kleuterschool. Tevens kon je er bellen en werd er zondags
gebruik gemaakt van de kleuterschool om er een kerkdienst te
houden. Zelfs blijkt er in de negentiger jaren dat er ook nog een
tandarts vele monden deed opengaan. Kijk, je kwam er wel veel
voorbij, bijvoorbeeld met de Metro, maar verder dan het schooltje
dat er gevestigd zou zijn, was ik nog nooit gekomen. Een ander
detail rond of in de Maashaven was ooit het drijvende zwembad
niet zo gek ver van het droogdok aldaar. In 1921 werd een
voorstel aangenomen om het zwembad in de Maashaven dat er
dus al was vervangen zou worden door een drijvend zwembad.
Aldus geschiedde. Het is dus interessant te weten dat in 1929, en
wel op 24 oktober, het nog vrij jonge drijvende zwembad nog
maar net het hoofd boven water kon houden nadat het bijna op
een randje na gezonken was en later onder de oppervlakte
verdween. Je hoort helaas veel van zwemmers die verdrinken,
maar dat een zwembad dat ook kan gebeuren... Er waren
trouwens in die jaren ook al meldingen van verontreinigd water in
de Maashaven en ook van veel drijfhout. Een bok van v.d. Tak
heeft enige dagen later het bad omhoog getrokken en naar het
nabijgelegen dok 4 versleept. In 1936 gebeurde er weer wat
vreemds. De brug die naar het zwembad voerde, stortte in,
overigens zonder persoonlijke ongelukken. Wanneer het
genoemde drijvende zwembad Maashaven gesloten is, weet ik
niet. Wel dat in 1962 de drijvende zwembaden in Rotterdam
werden gesloten. Of Maashaven daar nog deel van uitmaakte zit
niet meer in mijn natuurlijke software, ofwel mijn harses.
Trouwens dok 4 dichtbij het zwembad dus, was destijds het
grootste drijvende dok. In 1966 werd het afgevoerd. Dat er langs
de havens industrie na de aanleg van de havens kwam, was
natuurlijk logisch. Als kind heb je daar niet zo erg in, maar de
twee grote bedrijven of liever gezegd de gebouwen die het zicht
van zowel de Brielselaan en een stuk Wolphaertsbocht onttrokken
naar de Maashaven kent elke rechtgeaarde zuiderling.
De Meneba en de Graansilo. Daar zal ik geen technische details
op loslaten, want wat zich daar binnen afspeelde heb ik geen
snars verstand van. Het enige sappige detail dat dan weer net
iets anders is dan het normale relaas over genoemde bedrijven is
het feit dat ik een schoonzuster heb. Dat is op zich natuurlijk
niets bijzonders, tenzij deze pronte vrouw van vele lentes geen
bijzondere woonplaatsen had gekend. Een daarvan was Heijplaat,
een ander Stellenbosch en nog wat plaatsen in Zuid Afrika,
Hoogvliet, ook niet gering, anders had ze mijn broer niet ontmoet
en tenslotte thans: Hellevoetsluis. Maar daar gaan we geen
mededelingen over doen, maar wel dat de Metro ooit bij wijze
van spreken door haar slaapkamer had gelopen als die er nog
geweest was. Haar vader vervulde een functie in het
graansilobedrijf, was daar chef Technische dienst en baas van de
smederij. Aan de graansilo hing voor de bouw van het
Metrostation een woning. Uiteraard hebben ze er geen bochtje
omheen gelegd, dus die woning op oude foto’s nog te zien,
verdween
in de toekomst een jachthaven te worden. In eerste instantie
dacht ik dat het een levendig kunstwerk zou worden, gezien de
pogingen daartoe. Drijvende eilandjes met een boom erop. In
Noord de ‘Boompjes’, dan wij op Zuid ook, dacht ik in mijn
onbeteugelde fantasie. Langs de oevers liggen ook een paar
glazen voetballen, geen nieuw ultramodern Feyenoord stadion,
tenzij voor het tafelvoetbalteam, maar een centrum voor
congressen, evenementen, recepties, diners en zaken die zo’n
ruimte vragen. Innovatie, duurzaamheid, Info Tech, daar moet
het letterlijk en figuurlijk op drijven. Wel, in elk geval bieden
zowel Maas- als Rijnhaven voldoende perspectieven om er iets
van te maken. Op de oevers van beide haven is heel veel
activiteit te bewonderen. Zoals daar ook nog bij de Maashaven te
bezoeken valt: het paviljoen aan het water, niet zo gek ver van
de vroegere locaties van het drijvende zwembad en Dok 4. Zoals
eerder vermeld aan de noordoever uiteraard het S.S. Rotterdam.
En vlakbij de Hoerenloper, die eigenlijk Rijnhavenbrug heet, ben
je zo in de Vikingen Hemel… theater Walhalla en tja de
noordzijde van de Rijnhaven heeft ook allerlei vertier, zoals
theater Lantaren het Venster en bijvoorbeeld het fotomuseum. En
wil je lekker 'nassen', de Wilhelmina pier geeft voldoende vertier.
Ga er zelf eens kijken, want mijn lofzang eindigt hier en ik weet
zeker dat onze Cor absoluut veel meer weet te vertellen met
betrekking tot de titel. Bijvoorbeeld over kleinere havens op de
Kaap, ik wist niet eens dat ze er waren…
H.W.