Mijn ganse leven tracht ik de benenwagen te vervangen door de fiets en tot op heden is me dat aardig gelukt. Van het houten driewielertje, het kleine fietsje van m’n buurmeisje die daar uitgegroeid was, de opoefiets van mijn zuster, de WBR goldmark (gekregen in mijn tienertijd), een aantal zelf aangeschafte fietsen met versnelling tot inmiddels mijn derde Elektrische fiets.
Het is echter dat ik me als dierenliefhebber genoodzaakt voelde mijn onderstel weer eens te gebruiken. Door bepaalde omstandigheden moeten de honden van enkele buren af en toe worden uitgelaten en ook als we de hond van onze dochter tijdelijk een hondenpension bieden, ontkom je niet aan een aantal gedwongen rondes in weer en wind..
Je merkt dan al gauw dat fietsen toch een heel andere beweging is en dat werd pijnlijk ’s ochtends duidelijk als je met een ruk weer naast je bed belandde om met de voeten plat op de grond, het lichaam vooroverleunend de kramp uit je kuiten te verdrijven. Na een dag of vijf trekken aan eigenzinnige viervoeters wen je eraan en gaat het lopen allengs beter. Dan is de Oude Maas een heerlijk gebied, als het tenminste geen ijsnaalden, gepaard met rukwinden, giet.
Toen ik nog jong en onbezonnen was, waren de zondagen uitnemend geschikt voor wandelingen. In de nog prilste instanties aan de hand van vader de polder in en later als je groter groeit met wat vrienden in dezelfde contreien met alleen een ander decor. Het zuiderpark werd gerealiseerd en deze extra ‘long’ was letterlijk en figuurlijk een verademing. De meeste wandelingen in die dagen maakte ik met mijn neef en vriend en daar kijk ik nog steeds met genoegen op terug.
Sterker nog, ik zou zo a.s. zondag weer zo’n voettrip willen maken, ware het niet dat hij 44 jaar terug de kuierlatten nam en voorgoed naar het land van Waltzing Matilda vertrok. Heb hem er nooit over gehoord dat hij daar fietst en ik neem onmiddellijk aan dat hij nog steeds wandelt. Tenslotte was hij mijns inziens een fervente wandelsporter omdat hij jarenlang omhuld met de wit groene kleuren van W.I.K. (Willen Is Kunnen) Charlois en omstreken onveilig maakte. Een jeugdzonde
De charme van de zondagse voetoefeningen lag voor mij persoonlijk meer in de eindeloze filosofieën, wereldbeschouwingen die we onderweg in het struweel bespraken. Als ruime zeventigplussers zullen we thans beide moeten erkennen dat de wereld niet echt gebruik heeft gemaakt van onze wijze beslommeringen en er daardoor niet minder zorgwekkend op is geworden.
Natuurlijk waren er ook de banale tochten via de Maastunnel naar Noord naar de bruggen en dan weer via Zuid terug. Toegegeven dat vaak het moedwillig ontlopen van de middagdienst in de Oude Kerk wegens te laat terugkomen, een drijfveer was. Niet geheel ongevaarlijk omdat vaderlief het uiteraard doorhad en net als ik ooit nogal driftig kon reageren.
Toch heeft een wandeling me altijd buitengewoon geïntrigeerd. Dat was de wandeling die W. Blok, hoofd van de Wilhelminaschool in een grijs verleden, door Charlois maakte, waarvan hij een gedetailleerd verslag maakte. Hij beschreef zijn schreden op een heel prettig leesbare wijze. Daartussendoor vertelde hij ook de wetenswaardigheden die bij hem opwelden en op zo’n wijze dat het mijn fantasie prikkelde. Onderwerpen uit de late 19e eeuw en zaken uit begin 20e eeuw werden soms op komische wijze door hem beschreven en dat maakte het voor mij aantrekkelijk te proberen uit te beelden wat hij beleefde of zag. En dat bleek een ‘hell of a job’ te zijn omdat er best veel foto’s zijn, maar net zo veel ook niet.
Wandelen over Charlois doe ik dan ook vaker in gedachten als ik zit te denken over een verhaaltje of iets dergelijks en daar komt dan uiteraard meer het oude beeld dan het huidige beeld voor de geest. Er is ontzettende veel veranderd, maar toch blijven er ook wel dingen herkenbaar. Mijn eerste schreden lagen naar mijn eigen mening op het pleintje waar het laantje tussen de Jaersveltstraat en de Schilperoortstraat op uit kwam. Vaag zie ik nog het beeld van een schuilkelder op het gras op de hoek van de Schilperoortstraat en de Voornsevliet. Er lagen langs de Voornsevliet net zoals van daag de dag 3 pleintjes. Aan de overkant lagen de huizen van de Kulk.
De Voornsestraat was er toen inmiddels ook al. Zwemmen deed ik in de Tramput, nog sterker ik werd er lid van. Daar liep ik dan naar toe over de Schulpweg, voorzien van het zwemdiploma A,
Wanneer ik het nu zo bekijk is de landelijke route naar de tramput over de Schulpweg redelijk gehandhaafd al zijn de terreinen van TOGR en ZWSH al lang verdwenen en zetelt op dat adres de Gemeente onderhoudspost en voetbalt op het oude zeemansveld nog slechts FC Pretoria en Egelantier Boys. Komend vanaf Charlois verdwijnt links stukje bij beetje de Wielewaal en Beatrix Irene is al lang gemoderniseerd en herbouwd. Bij de kruising met de Korperweg verrijst een splinternieuwe woning vlak bij het wiel bij het bejaardencomplex Sonneburgh. Bij dit Sonneburgh, enorm gegroeid, ligt nog steeds de oude schuilkelder aan de voet van de dijk en gelukkig zijn er op dit deel van de Schulpweg nog altijd, na het volkstuincomplex een paar mooie dijkwoningen. Wanneer je de viaducten van de Metro en de Betuwelijn onderdoor gaat buigt de Schulpweg (dat deel dat in de 60-er jaren nog Reedijk heette) af richting tramput, nog steeds gevuld met water maar geen zwembad meer. Rijvereniging en Ponyclub Zuiderpark hebben daar hun domicilie. In mijn voetbaltijd kon je daar de velden aan de Reedijk nog bereiken. Had ik beter kunnen vermijden, gezien ik me daar nog een gevoelige nederlaag van 17-0 van kan herinneren. Stom genoeg kan ik de clubs niet meer herinneren die op de toen nog bestaande Reedijk speelden. Door mijn hoofd spelen de namen van R.S.M. (ooit R.K.S.M.) en L.M.O. en Egelantier Boys, maar ik kan er glad naast zitten. Men fuseert en verhuist maar zonder mij in te lichten…. De RET beslaat nu het terrein waar ooit de velden redelijk kort hebben gelegen. Ik meen tot 1968. Het plan voor de de tramput als zwembad ontstond in 1930 al. De put was ontstaan door het graven van de reeds verdwenen Havenspoorlijn.
Wat wandelen betreft had mijn vader toch heel wat meer kilometers in de benen dan zijn jongste zoon. Vanuit Charlois liep hij naar zijn lief in Rhoon in tijde dat de Groene Kruisweg nog in de kinderschoenen stond. Tussen 1930 en 1934 werd de Kruisweg pas gerealiseerd. Aangezien ze pas in 1932 trouwden moesten ze zich waarschijnlijk toch moeizaam verplaatsen. Grint- en zandwegen waren nog heel gebruikelijk. Het stoomtrammetje was er wel eerder maar of daar veelvuldig gebruik van werd gemaakt? Ik betwijfel of daar geld voor was. Zeker nog geen gratis vervoer zoals voor inmiddels zijn jongste zoon die neigt naar het ‘ouwetje’ worden en al jaren door zijn brutale zoon oneerbiedig ‘Ouwe’ wordt genoemd.
Komende diapresentatie gaan we een poging wagen de wandelgang van meester Blok uit de eerste helft van de 20 eeuw na te gaan. Niet eenvoudig, maar we gaan het beleven. Graag tot dan.