Noem het luiheid, gebrek aan zelfdiscipline, gemakzucht. Kies maar. Het edele stalen ros, tegenwoordig voorzien van een immer opgeladen accu, voert me al zachtkens naar paden der rust.
Braaf beloof ik mezelf om me vaker te gedragen als een echte tweevoeter, maar met het tijdelijk ontslagen zijn van hondenuitlater, verdwijnen dezelfde tijd de nobele voornemens. Je wordt wat vergeetachtiger hè.
Het is dan ook met opperste bewondering dat ik het boekje ‘Wandelingen in en om Charlois en Katendrecht’ las. Geschreven door het hoofd der Wilhelminaschool W. Blok en uitgegeven in 1933 door H.W. Blok boekhandel, toen nog gezeten aan de Wolphaertsbocht 99. Of beide familie van elkaar waren, weet ik niet. Ook of de heer W. Blok in een ruk de wandeling maakte waarover hij schrijft, geen idee. Dat hij al rondliep in Charlois in de tweede helft van de 19e eeuw, las ik in een oud boekje over Het Christelijk onderwijs in Charlois. In elk geval zijn veel dingen die hij beschrijft nog steeds herkenbaar, maar er is ook heel veel verdwenen. Toen Charlois ooit werd getroffen, zoals zoveel gemeentes, door de cholera, was dat te wijten aan het slootwater dat voor meer doeleinden werd gebruikt dan dat er momenteel toegestaan zou zijn. Open riolen is hierbij een aardige benadering. Dat kon ontaarden in de genoemde ziekte die veel slachtoffers eiste. Het was ook daarom dat er gemeentepompen werden gemaakt, waar de brave gemeente tenminste beter water mee konden pompen. Soms waren dat prachtige monumentale bouwsels.
De naam Pompstraat is op 11-12-1900 benoemd door het college van burgemeester en wethouders. De straatnaam herinnert aan de pompen van het in de buurt gelegen gemeentelijk stoomgemaal.
Gezien de waterzuivering destijds zou het dus aan de pompen kunnen refereren die de functie hadden beter water te bieden. Dan klopt de datum 1900 ook niet echt, want een lezing meldt dat de Wolphaertsbocht als belangrijke verkeersader werd aangelegd. Daar bouwde de gemeente dan ook in 1903 een gemaal als uitwatering van de Boergoensevliet. Voor ik iemand met onjuiste informatie vol’pomp’ richten we ons maar op het wandelen.
Het is nog steeds de moeite waard over Oud Charlois te dwalen, gewoon omdat elke tijd zijn eigen stukje geschiedenis creëert. Toen de heer Blok eind 19e eeuw de Sluisjesdijk betrad was er weliswaar ook al industrie aanwezig, maar was er nog geen Waalhaven.
Dat trouwens W. Blok ook Katendrecht in zijn kuiertochten betrok was ook niet vreemd omdat de beide dorpen Charlois en Katendrecht twee periodes een gemeente vormden. In 1895 werden ze allebei geannexeerd door Rotterdam. De Katendrechtse polder was in de tijd van Blok’s wandelen aan het einde van de 19e eeuw dus evenzo groen als de Plompert en Robbenoord. De Maashaven aanleg begon pas in 1898 om in 1905 voltooid te worden. Een jaar later sneuvelde ook het haventje van Charlois zelf en werd het begin ingeluid van het naderende einde van het agrarische karakter van Charlois. Achteruitgang kan je met veel goede wil tegenhouden, vooruitgang kan je belemmeren, maar echt tegenhouden doe je het niet. Juist daarom is het zo lekker in nostalgie weg te zwijmelen naar dat oude samengevat in foto’s die mits goed verzorgd en van tekst voorzien een eeuwigheidswaarde dragen. Meester Blok vatte alles samen in een klein boekje zonder ook maar 1 foto, maar die bedenk je er met wat fantasie en een goed archief er zelf wel bij. Hoop nog altijd dat een stichting of iets van dien aard een heruitgave of herdruk op zich neemt. Het is kostelijk om te lezen.
Wat betreft de waarde van fotomateriaal tussendoor maar eens een oproep de stichting Historisch Charlois te steunen, want het is niet eenvoudig in deze tijden als vereniging/ stichting het hoofd boven water te houden. Met hun fotocollectie heeft Stichting Historisch Charlois mijns inziens goud in hun handen.
Terug naar het wandelen, want tegenwoordig bestaan er diverse ondernemende lieden die graag een rondwandeling willen maken door stad en dorp en daar iets interessants bij willen vertellen. Bijvoorbeeld het Gilde. Zelf stel ik me dan zo’n leuke middag, dag of ander dagdeel voor waar je aan de hand van een weinig materiaal een leuke herinnering kunt maken. In november gaan we ter illustratie op stap aan de hand van W. Blok’s boekje door het heel oude Charlois heen. Hier stel ik me de vraag: “Wat zou ik nu in een moderne wandeling langsgaan om een interessant beeld van Charlois te krijgen.
Veel mensen zijn de hort opgegaan en uitgezwermd over Nederland of naar andere continenten getrokken en zien lang niet alle veranderingen. Zelf slechts zo’n 12 km wonend van de geboortestek zie ik niet eens al die veranderingen en word ik soms verrast door iets wat er inmiddels alweer even lijkt te staan. Om maar eens te beginnen bij de Oude Kerk. De heer Blok refereert aan de oude kerk zoals deze in 1867 na verbouwing in zijn tijd staat. Wel in 1961 en 2006 vonden er alweer twee aanpassingen qua interieur plaats. Aangepast aan de tijd is een gevleugeld woord, maar een doorn in het oog van velen die alles zouden willen bewaren in de oude ‘hun’ vertrouwde stijl. Daarbij voorbijgaand dat ook voor hun tijd diezelfde zaken speelden. Daar zal ook de herbouw van 1867 wellicht op veel grieven zijn gestuit. In 1906 heb ik zelfs nog met wat mannen van de kerk de preekstoel uit elkaar gehaald en alle ontwikkelingen gefilmd. Wanneer je de Oude Kerk niet voor de verbouwing hebt gekend zou je moeten erkennen dat het interieur wel keurig netjes is en multi bruikbaar. Het is dan ook pure nostalgie wat het moeilijk maakt. Ook de kerk is opeens een soort brink kerk geworden met een kleine es eromheen. Ooit met de gracht eromheen zal dat ook wel zo geweest zijn en met de graven van voorheen erbij… tja en dan zal het nog niet de kerk geweest zijn die Karel de Stoute ooit gebood te bouwen. Had hem best eens willen zien.
Wie dan de Zuidhoek inwandelt zal nog steeds de 3 gevelpandjes er vinden, maar ook talloze huizen niet meer. Wel bijvoorbeeld het prachtige oude pand van het oudste huis van Charlois. Anno 1811. Het prieeltje van vrouw Heggen verdween, net als de Spui natuurlijk. Toch zijn er her en der nog oude maar dan gerestaureerde panden te zien. Maar een vaststaand interessant feit is dat er in een lange Zuidhoek heel wat verschillende woningen te vinden zijn. Eigenlijk is er wat dat aspect betreft niet veel veranderd. Architectuur minnende mensen kunnen zich nog vergapen aan vele verschillende stijlen. De Rietdijk heeft nog maar een kort rijtje huizen, waarin het bijna historische patatwalhalla de Atoomsnackbar, wat voor mijn generatie herkenbaar is, maar wat voor de heer Blok, in deze tijd ‘teruggekomen’ een cultuurshock zou moeten zijn. De redelijk rustieke haven met het gemaal van Jacob Noordzij lopend van de kruin naar de Maas met ook nog eens een brug eroverheen heeft hij weliswaar zien verdwijnen, maar wel gezien. Vlak achter de huizen van de Grondherendijk, de Grondherenstraat was er nog niet, liep de Wiek waarover men achter de huizen kon komen met een bootje en dan op de plek waar ooit Lijn 2 zijn grote bocht maakte bij het eindpunt lag het Kerkegrient. Enkele scheepswerven langs het water van de Maas maakte al duidelijk dat er door de behoefte aan personeel meer huizen moesten komen. Het nam niet weg dat richting Katendrecht nog veel groen te bewonderen was wat tussen de oorlogen verdween voor het steen en beton van woningen. Tarwewijk, Carnisse maakten Charlois vele malen groter dan het oorspronkelijk dijkdorp. Een kleine dorpskern met dijkbewoning als linten om de polders heen. Zo zou ik nog bladzijden vol kunnen vertellen over wat was, wat kwam en wat er uiteindelijk nu is.
Wat zouden we moeten door zonder de leidraad van oude boekjes, fotoverslagen, krantenartikelen. Het zou wegebben in de vergetelheid. In oktober ga ik proberen de uitgestelde diapresentatie van het begin van dit jaar alsnog van enige gesproken tekst te voorzien. Dat kan geen ’ooggetuige’ verslag zijn en kan ook niet altijd van plaatjes uit die heel oude tijd worden geïllustreerd.
Maar met een bepaalde benadering gecombineerd met enige fantasie moet het toch lukken de glans van het oude dorp weer even te laten oplichten.
HW